EnergieHuizen

Begint een beter milieu bij jezelf? Groene huizen en energie-investeringen

Op dit moment is de klimaattop in volle gang. Opnieuw is de vraag of wereldleiders tot een akkoord kunnen komen en belangrijke afspraken kunnen maken over CO₂ reducties en milieuregelgeving. Menigeen heeft daar zo zijn twijfels bij en er lijkt inderdaad weinig schot in de zaak te zitten. Veel economen vertrouwen liever niet op de politiek, maar hopen dat marktwerking een heilzaam effect heeft en klimaatproblemen kan oplossen. Echter, de markt lijkt de problemen door opwarming van de aarde niet te voorkomen, maar eerder te veroorzaken, als we het verhaal van klimaatactivist Naomi Klein mogen geloven. Hoe moeten we nu verder?

Natuurlijk heb ik daar geen volledig antwoord op, maar een eerste stap is door te beginnen bij jezelf, om maar weer even de aloude leus ‘een beter milieu begint bij jezelf’ van stal te halen. Meer specifiek, we zouden eens naar het energieverbruik van onze eigen woning kunnen kijken. In Europa kan maar liefst één zesde van al het energieverbruik op het conto van woningen worden geschreven; in de VS komt 23% van alle CO₂ uitstoot door woningen. Dit betekent dat hier een grote slag te maken valt, bijvoorbeeld door betere isolatie, dubbel glas, het plaatsen van zonnepanelen en de aanschaf van een zuinige CV-ketel.

Echter, dit vraagt substantiële investeringen van huiseigenaren en de vraag is of deze investeringen worden terugverdiend. Recentelijk zijn er enkele studies naar gedaan. Als we de energiezuinigheid van gebouwen analyseren gebruiken we vaak het energielabel en kijken naar veranderingen in woningprijzen. Sinds 2015 hebben alle woningen een energielabel zodat mensen meteen kunnen zien of een woning zuinig is.

Een Ierse studie laat zin dat energiezuinigheid een positief effect heeft of de verkoop- en huurprijs van woningen, maar dat het effect veel sterker is in de koopmarkt. Dit omdat toekomstige afname in energiegebruik door huiseigenaren ook wordt meegenomen omdat ze de toekomstige stijging in woningprijzen ook meenemen. Ondanks dat bijvoorbeeld zonnepanelen zich pas in 20 jaar terugverdienen, rendeert de investering via een hogere verkoopprijs van de woning als de bewoner eerder verhuist. Dit geldt niet voor huurders: die kijken alleen naar de onmiddellijke daling in de energierekening en willen daarvoor een hogere huur betalen, maar houden geen rekening met de toekomst.

De effecten die worden gevonden zijn sterk. Van een ‘onzuinig’ huis (D-label) naar een ‘zuinig’ huis (A-label) kan zo leiden tot een stijging in de prijs van 10%. Effecten in dezelfde ordegrootte worden gevonden in een Amerikaans onderzoek. Investeringen in de energiezuinigheid van je eigen huis lijkt dus een goede investering die zichzelf terugverdient

Er is hier echter wel een kanttekening te plaatsen: recent onderzoek van Erdal Aydin en co-auteurs laat zien dat de gerealiseerde energiebesparingen lager zijn dan de verwachte energiebesparingen. Dit komt door een zogenaamd ‘rebound’ effect: doordat de effectieve prijs van energie lager is na de investering, wordt er ook meer van geconsumeerd. Bijvoorbeeld: stel dat zonnepanelen gratis energie opwekken na een investering, waarom zou je dan niet gewoon de lampen aan laten staan ’s nachts? Het onderzoek laat zien dat dit effect substantieel is (25-45%) en dat het groter is voor huishoudens met lagere inkomens.

Ondanks het rebound effect denk ik toch dat het inzetten op energiezuinige gebouwen een goed idee is, omdat investeringen zich via de markt terugverdienen en ook daadwerkelijk tot een lagere energierekening leiden. Daarvoor zijn we in ieder geval niet afhankelijk van onzekere uitkomsten van allerlei klimaattoppen: we kunnen gewoon bij onszelf beginnen.

Dit is een repost van economie.nl.