ShoppingExternalities

Winkelcentra: hoe winkels van elkaar profiteren zonder het te weten

Repost van spatialeconomics.nl

Waarom zitten winkels bij elkaar in winkelstraten? Dit is de vraag die Hans Koster, Ilias Pasidis en Jos van Ommeren beantwoorden in hun artikel ‘Shopping externalities and retail concentration: Evidence from Dutch shopping streets’ (te verschijnen in Journal of Urban Economics). In dit artikel betogen de auteurs dat winkels in winkelstraten profiteren van zogenaamde shopping externalities.

Hans Koster: “Een shopping externaliteit is een onbedoeld effect, in dit geval een voordeel voor andere winkels. Als jij één klant aantrekt, bezoekt die klant ook andere winkels in die zelfde winkelstraat. Zo profiteren andere winkels van jouw winkel. Winkels nemen deze onbedoelde effecten niet mee als ze hun locatie kiezen. Vanuit maatschappelijk oogpunt is het daarom gunstig om beleid te ontwikkelen dat gericht is op concentratie van winkels. Voorbeelden van dergelijk beleid zijn subsidies aan winkels die veel klanten aantrekken, goedkoper parkeren of verbetering van de bereikbaarheid met het openbaar vervoer.”

De onderzoekers keken naar het aantal klanten dat passeert langs een aantal vaste punten. “Als winkels meer verkopen – en dus meer verdienen – kunnen ze hogere huren betalen. De huurprijzen zijn het hoogst – en de leegstand het laagst – op locaties waar de meeste klanten langskomen. Daaruit kunnen we afleiden hoe groot deze zogenaamde shopping externaliteiten zijn.”

Dit onbedoelde en positieve effect is bijzonder groot. “Maar tot nu toe is er nog nooit rekening mee gehouden”, aldus Hans Koster. “De resultaten van dit onderzoek kunnen belangrijk zijn voor beleidsmakers, die beslissingen moeten nemen over locaties waar nieuwe winkels zich kunnen gaan vestigen, mogelijk ver buiten winkelcentra. En ten tweede kunnen de resultaten van ons onderzoek nuttig zijn voor winkeliers zelf. Als zij de informatie die wij hebben gevonden mee zouden nemen, hebben zij een veel scherper beeld van hun toekomstige inkomsten.”